Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Wie zijn huis [78]beroert, zal [79]wind erven; en de dwaas zal een [80]knecht zijn desgenen, die [81]wijs van hart is. 78. Versta, die door ongeregelde huishouding en verkwisting van goederen zijn huisgezin berooid maakt en bedroeft. Vergelijk Gen.34:30, en de aantekening. 79. Dat is, niet met al, maar hij zal tot armoede komen. Vergelijk Job 7:7. 80. Dat is, lijfeigene, of immers dienstknecht, om den kost te krijgen. Vergelijk Gen.47:19. 81. Dat is, wel weet huis te houden.